65
Dan een trekpot met een tuit
Die op meen'ge botsing duidt
't Dekselanders ging 't te loor
Is verbonden met het oor
Door een stevig kabeltouw
Practischer bedacht 'tgeen vrouw!
Boter, voor een dag of vier,
Is verpakt in vloeipapier
Lekt er door, als was het vlaa.
Peper in de tafellaa,
Spiegeleieren op een plank,
Rugjes in de vensterbank,
Naast een dosis leverworst;
Cichoreinat voor den dorst
En te midden van dit al
De bewoners vier in tal
En zij juichen onverveerd:
«Wij zijn ook gedetacheerd!"
D. 1901.