DE MUZIEK DER IDEALEN.
hoogte, waarheen
zich dachten alle de duizenden
Babel. Couperus.
Uitzingend de tonen der violen en violoncellende
zilverbaren van klanken en accoordenruischend als
vreemd-suisende winden, zweepend de golven der
zielezee, waar de ziel als scheepje dobbert; gezongen
de schoonereine melodieënaangeslagen het hoofd
thema, als een vlucht goudwitte duiven
en zacht vleugelkleppend de witte duiven
wegvagend de inktnevelsgelaagd de nevels tot wolken
cirkelend in elkaar tot gamma's van zwart, dichtom-
vattend het brein, toonend het grauwduister van de
eetzaal; verwijdend de peilers, aandikkend tot fonda-