76
menten, overgietend graniet de vloer, gestapeld vloer
op vloer tot terrasbeeldend pilaren tot schragen
schragend wel nieuwe terrassenwaarop hangende
tuinen met de schoonste plantenweelderige wouden
van orchideeënKlingsor's toovertuinenbosschen van
reusachtige oerboomenlianen en eucalyptengeslingerd
van boom tot boomstaaplend steedshoopend terras
op terras, gietend de pilaren tot ivoren torens, spin
nend soms bogen tot luchtbruggen, verdwijnend in
blauwen luchtkring; beitiend en bouwend, stuwend
en stuttend huizen tot stratenstraten tot steden en hier
de tempels van Baal, de paleizen der Bouwmeesters,
bouwend Babel tot Baal
en langzaam hoogerkringend de witte duiven
gevolgdkruipend als een oneindige slangde mensehen-
massa's de straten langswèl stonden hier de wijsgeeren
en spraken hunne wijze taaldoch niemand luisterde
als bezield met een verlangen, of trippelden Astarte's
priesteressen hare bekorende dansen; geen kerk, als
gedwongen door een Drangvolgend steeds de slang
kruipende, voerend haar de duiven tot de tempels op
de hoogste terrassen, waar bewaakt de reliqui in
gouden kast door ijzeren wachters, zilver de
baardenmarmer de trekkenstaal het oogivoor het
voorhoofd en waar schitterde het juweelenmozaïk
verblindend het oog de vurige blikken der diamanten
fonklend van nijd de robijn, spuwend venijn de gele
amethist, koestrend saphiren en opazen,f