83
Gaan er zoo niet vele groote leventjes heen, even
nietig, maar onmisbaar, op het einde nog kramp
achtig worstelend tegen den donkeren dood?
Een oogenblik heeft het slechts geduurd en ik hoor
weer de muziek en spreek daar straks over met den
pianist. Alles gaat, zooals het meer avonden gaat en
er volgen andere stukken op Pierrette. Sonates,
Nocturnes, Polonaises.
Maar den indruk heb ikonmerkbaar voor anderen
opgenomen en ik behoud hem.
RECATÜ.
Alkmaar, November 1900.