96 schouder willen voelen. Uren kon hij voor zijn kastje zitten en naar het portret turen van zijn lieveling. Okon hij haar toch maar een oogenblikje zien spreken, één oogenblikje slechts, één enkel woord. Maar neen, het kon nu eenmaal niet, zuchtend zocht hij dan zijn troost in de boeken, eerst ging het niet goed, in elke letter zag hij het geliefde kopje, nu eens lachend, dan weer ernstig, maar langzamer hand verdween het wel, Louis moest leeren, hard leeren; wat zou «Sterretje" wel van hem denken, als hij een jaar zitten bleef en haar nog langer wachten liet? Dit nam echter niet weg, dat hij ook veel met zijne kameraden omging en bij hen voor een «geschikte kerel" doorging. Ook Stella had hem niet vergeten. Telkens als er een mail aangekomen was, liep hij naar den facteur toe om te vragen of er geen brieven voor hem waren; met verlangen zag hij naar de brieven van zijne ouders uit, maar vooral naar die van tante, want daar was altijd een briefje ingesloten van Stella. Een paar letters van zijn «Sterretje" waren genoeg om hem uitgelaten vroolijk te maken, nog eens en nog eens moest hij het briefje overlezenen in de wolken van blijdschap borg hij het in zijn kastje op. Met groote zorg werden ze dan gerangschikt, met een rood lintje saamgebonden en dan weggeslotenniemand mocht ze lezen, niemand mocht ze zien, ze waren voor hem, voor hem alleen, van zijn «Sterretje." Maar helaasEen week geledenhoe bitter leed had het hem gedaan! Een lachje vloog hem over het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1902 | | pagina 246