103
Soms werd ik heele nachten
Gekweld door deze smart,
Doch niemand kon me helpen,
't Geheim droeg ik in 'thart.
Wat rest me nog op aarde
Slechts ramp, verdriet en smart,
En daarom niet getalmd:
«Een kogel door het hart."
Maar neen, dat is gevaarlijk:
De knal verraadt mijn' dood,
En de echo in 't bergland
Galmt nogmaals droevig dood
Met rassche schreden zocht ik,
Een diepe, donkere spleet,
Om mij er in te storten
Geen sterveling, die het weet.
Voor 't laatst zag ik het bergland
Het vogelenheer in vlucht,
Voor 't laatst ademde ik de zwanger
De zwoele berglucht.
En thans vaarwel, gij Holland,
Ik ga ik zoek den dood i
Waarom 'k zal 't U zeggen
'k Bleef dit jaar«asymptoot."