121 Maffen in de eigenoefening. Niets doenniet bewegenis verkrachting van ons zijn, dat uit beroering bestaat. Miskenning van onze roepingdie strijd wilter verovering van het onbekende. Idem. Verlichte slaapzalen na terugkomst van verlof. Zoo moet het zijn, dacht hij, zoo hoog, zoo licht, zoo stil. Van Eeden. De kleine Johannes. Na kermisavond. O bleek, bebloed gelaat, dat in den nacht Gloeit als een groote bleeke vlam, wat macht Van eind'loos lijden maakt uw beeld zoo schoon? Verweij. Sonnetten. Rijden voor het bord. Vraag nooit, wat een kunstenaar behoort te doen, maar wat hij wil doen. Heine. Theorie krijgskunst. Hoe kan men iemand volgen, wiens leer is dat mep piemand volgen moet. Een c/root tacticus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1902 | | pagina 271