XLVI
BENOEMINGEN, EERVOL ONTSLAG, OVER
PLAATSINGEN EN OVERLIJDEN van Cadetten
na 4 Januari 4901.
A. BENOEMINGEN.
Bij Koninklijk Besluit van 4 Augustus 1901, N°. 45,
werden benoemd tot Tweede Luitenant bij het
wapen der Infanterie li t.l.
Jlir. J. H. Strick van Linschoten4e Regiment Infanterie.
Jhr. C. J. Laman Trip, 2e
E. N. L. Quadekker, 3e
G. W. de Bruyn4e
J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst, 4e
I. J. Froger, 5e
H. W. Matthes,
Jhr. D. de Brauw,
J. M. van der Heijde,
A. P. Seijffardt,
J. T. van der Vijver,
L. H. G. Caderius van Veen,
W. G. G. van Strijen,
P. M. de Wolf,
5e
6e
7e
7e
7e
8e
8e
8e
Bij Koninklijk Besluit van 1 Augustus 1901, N°. 4G,
werden benoemd tot Tweede Luitenant bij het
wapen der Cavalerie h.t.l.
II. D. Simon, 1e Regiment Huzaren.
G. S. Sixma Baron van Heemstra, le