6
«besteht", zeide eenmaal Frederik de Groote. Die uit
spraak heeft in onze dagen zeker niet aan beteekenis
verloren. «Inde hedendaagsche maatschappij", zegt de
Generaal Van Dam van Isselt «heeft het prestige, het
«aanzien der betrekking van officier eene diepe mili-
«taire en staatkundige beteekenis." (1)
De Generaal is dan ook van oordeel, dat aan de
opleiding tot dit gewichtige staatsambt de meeste zorg
moet worden besteed.
«Zij moet", zegt de Generaal o. a., «zij moet rekening
«houden met de algemeen menschelijke behoeften,
«omdat onder de uniform van den officier de mensch
«niet sterft; zijne lichamelijke en geestelijke ontwikke-
«ling blijft beheerscht door de algemeene wetten der
«physiologie en der psychologie." (2)
3>Zij mag niet eenzijdig zijnnoch uitsluitend rekening
«houden met de onmiddellijke behoeften van het leger,
«omdat ook de mensch, de staat, de maatschappij
«hunne rechten behouden." (2)
«Zij moet de geschiktheid kweeken tot handelen, tot
i>uitvoeren, dat het weten omvat, want doeltreffend
«handelen is slechts mogelijk, wanneer men handelt
nmet kennis van zaken" (2)
«Zij moet humaan zijn, om den jongen man te
«brengen tot zedelijkheid in den hoogsten zin des
«woords." (2)
(1) Als Noot (1) op bladz. 5.
(2) Het goed recht der moderne richting op het gebied van het
Militair Onderwijs, door J, T. T. C. van Dam van Isselt. Indische
Gids. Januari 1880,