15 Intusschen werd Luitenant Seelig respectievelijk benoemd tot 2de Kapitein Adjoint bij de Artillerie- en Genie-School en 1ste Kapitein. Bij de overplaatsing der school naar Bredaof liever bij de oprichting der Koninklijke Militaire Academie in 1828 werd hij overgeplaatst bij de geschutgieterij te Luik, waar hij tot de omwenteling in 1830 bleef. Als majoor tot welken rang hij in den aanvang van 1830 benoemd was voerde hij vervolgens het bevel over de Artillerie in de Citadel van Antwerpen. Was de levensbeschrijving van den grooten man thans hoofdzaak zoo zou hier de plaats zijn om in den breede te doen uitkomen zijne groote verdiensten bij de verdediging dier Citadel. Echter wil ik hier volstaan met te vermelden, dat de majoor Seelig, na het beleg, tot Luitenant-Kolonel (boven deformatie) en tot Ridder 3de klasse der Militaire Willemsorde werd benoemd. Waar we nu genaderd zijn tot het tijdstip, waarop de Overste Seelig optrad als 1ste Commandant der K. M. A.zien we ons genoodzaakt ook den naam te noemen van den 1ste Kapitein-Ingenieur Delprat, den 2de Commandant der Academie, daar die van den zijnen onafscheidelijk is. Deze beide kundige officieren wijdden zich verder geheel aan de hervorming van het Militair Onderwijs. Vooral muntten zij daarin uit, dat tegenwerking, voortgesproten uit bekrompen inzichten of miskenning, hen nooit afschrikte. Zij regelden het onderwijs,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1903 | | pagina 149