20 gaat gij, op Uw verzoek, de Academie verlaten om, ter voldoening aan de bepalingen van de wet op de bevordering, den dienst bij een regiment te hervatten. Ik heb het wenschelijk geoordeeld het korps officieren en ambtenaren aan de Academie verbondenalsmede het cadettenkorps hier te vereenigenteneinde U gelegenheid te gevenofficieel afscheid te nemen van hen, maar ook om in hunne tegenwoordigheid te zeggenhoezeer ik U erkentelijk ben voor de belang rijke diensten, door U aan de Koninklijke Militaire Academie bewezen. Ik zeg belangrijke dienstendat zijn zij voorzeker. Niet alleen in Uwe betrekking vanwat men vroeger noemdeDirecteur van studiënhebt Gij op het onderwijsdoor Uwe wetenschappelijke kennis en tactvolle leiding, een gunstigen invloed uitgeoefend, gewichtig is ook uw aandeel geweest in de zedelijke en militaire karaktervorming van zoovelen, die nu reeds als officier in de gelederen dienen. Hebt Gij vroeger aan den Artilleriecursus een groot deel van Uwen militairen loopbaan met uitnemend gevolg, getuige het kruis dat Uw borst siert, gewijd aan de opleiding en de vorming van zoovele officieren die thans een sieraad van hun wapen uitmaken, Uwe taak aan de Academie was er eene van meer omvang de aanvulling van het geheele officierskorps, zoo in Indië als hier te lande, was daarbij betrokken. Ik weet zeker, Overste Van Nooten, dat de onder vinding zal leerendat Gij in de jarenwaarin gij als Eerste-Officier hier zijt geweest, gesteund door een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1903 | | pagina 154