21 kundig en volijverig korps officieren en leerarenmet veel vrucht hebt gewerkt. Het zal u voldoening schenken in het Leger te ontwarendat mijne bewering bewaarheid wordt. Wil een woord van oprechten dank aanvaarden voor hetgeen Gijals Eerste-Officierin het belang van het aan de Academie verbonden personeel, en van het Cadettenkorpsalsmede in het belang van de Inrichting zelve hebt gedaan. Namens officieren en leeraren en namens het korps cadetten, wensch ik U toe dat het U in Uw verdere militaire loopbaan en in Uw particuliere leven voor spoedig moge gaan, dat gij tot de hoogste rangen zult kunnen opklimmen en tot op gevorderden leeftijd zult werkzaam kunnen zijn in het belang van ons Leger en van ons Vaderland." Daarna nam de Luitenant-Kolonel Van Nooten afscheid in de volgende bewoordingen. »Ik dank U zeer, Kolonel, voor de zoo waar- deerende woordendie U tot mij heeft gesproken. Op den hoogsten prijs stel ik hetzulke woorden op deze plaats uit Uwen mond te hebben mogen vernemen. Dat ik mime taak aan de Academie met zooveel genoegen en voldoening mocht vervullendank ik zeker in de eerste plaats aan de gewaardeerde leiding van Uwen hooggeachten ambtsvoorganger en van U zeivenen aan de zoo welwillende bejegeningwelke ik daarbij steeds, ook van Uwe zijde, mocht onder vinden. Ik betuig U daarvoor mijn oprechten en diepgevoelden dank. -i *i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1903 | | pagina 155