©IlICHfll.
Der menschen ideaal is als een hooge, spitse toren,
Yeel donk're vogels krielen dwarr'lend
En woelend er om heenin wijd' en nauwe cirk'len
't Benedendeel omringd door zwarte dichte drommen,
Die, golvend op en neer, omhoog snel willen stijgen,
Maar, o, zoo langzaam toch, een lager punt verlaten.
De vluchten worden hooger ijler. Slechts wein'ge
Kunnen zich boven de meesten iets verheffen
Met forschen vleugelslag. Zij blijven ver nog
Van den onbereikb'ren spits en wijzen slechts den weg
Aan die beneden fladd'ren. Ze worden noó gevolgd,
Ze vinden wreinig steun, tot, uitgeput, in 't eind
Ze macht'loos nederzinkenen vóór ze sterven gaan
Moè opzien naar den spits, die zich te hoog verhief
Voor hunne zwakke krachten.
Sandy.