50
Weer nieuwe vragen en antwoord was er niet.
»Zou er dan toch meer zijn, in dit leven, dan het
bedrog van schoone bloemen en vriendelijke lichtjes
alleen Er moest iets anders zijnanders zou hij
niet gered zijn, er moest een doel zijn, waarvoor hij
leefde. Maar, hoe dat Levensdoel te vinden?
Zouden misschien die paden daarginds of
zouden deze ook leiden naar moerassen
Neendat kon nietzoo verschillende paden konden
niet op één doel uitloopen."
En Jongeling voelde den moed en het verlangen der
jeugd om te gaan zoeken, het pad dat hem voeren
zou tot zijn Levensdoel.
Zou hij een dier langeeentonige wegen inslaan
die zich uitstrekken als in eindeloosheid Neendaar
tegen verzette zich zijn gevoel van jonge kracht. Daar
ginds dat steile rotspad zou hij beklimmenzag hij
niet daar hoog op den berg iets als een waas van
hooge torens en murendie goud en blauw schenen
Daarheen wilde hij Voorwaartsmet moed geklommen
En na een lange zware tocht kwam Jongeling eindelijk
bij een Paleis, dat schitterde in grootheid en glans,
met daken en torens van hemelen, terwijl de muren
waren de Oneindigheid. Het was het Paleis der Idealen.
Jongeling trad met koortsachtig verlangen binnen. Zou
hij zijn doel bereiken
En in groote zaal verschenen voor hem de Idealen
des Levens, velen liet hij voorbij gaan, zonder eenig
verlangen, hen te leeren kennen. Enkelen slechts die
hem aantrokken. Zoo reed binnen het Ideaal van den