57
Eensdat men te paard uitreedschrok Blank's
ros voor een klein keffertje, ging op hol en het einde
van de pret wasdat onze arme vriend in eene zekere
zelfstandigheid vieldie veel overeenkomst met modder
hadmaar toch weer heel anders was. In elk geval,
Blank's kameraden bleven op eerbiedigen afstand
(minstens een paardlengte) en schudden van het lachen.
Zij beweerden later, dat Blank er «bijzonder geflatteerd"
uitzag, maar dat het alleen jammer was dat hij 'm
zoo «geurde."
Eindelijk was het officiersexamen daar en alles, ook
de beëedigingliep wonder wel af alleen moest Blank
niezen onder het afleggen zijner eed.
Na een maandje van welverdiende rust kwam luitenant
Blank te Doesburg in garnizoen.
Weldra kreeg dit plaatsje voor onzen vriend eene
groote aantrekkelijkheidten deele omdat zijne »kleine
vergissingen" hier niet zoo opgemerkt werden, maar
ook door de aanwezigheid van een meisje, waarop
Blank van het eerste oogenblik af smoorlijk verliefd
werd.
Het «meisje" was wel is waar boven de dertig, loensde
een beetje en kon met succes in vergelijk treden met
een dennenboom, maar, zij bracht een aardig duitje
mede ten huwelijk en daarvoor moet men wat toe
geeflijk zijn.
Het ergste van het geval was echter, dat mejuffrouw
Eleonora, zoo heette de schoone, niet de inzichten
van luitenant Blank deelde. Reeds eenige jaren geleden
had zij haar hart in stilte weggeschonken aan eenen