60
O, Eleonora, wordt de mijne, werp mij niet in den
duisteren afgrond door eene"op dit oogenblik
knielde de arme voor Juffrouw Eleonora neder, maar
hij lette niet op de hem omringende aardsche dingen,
in zijne vaart stootte hij tegen een voetstuk waarop
eene groote bloempot stonddeze kanteldekwam
op den armen aanbidder neder en het was
dezen als werd hij werkelijk in den duisteren afgrond
gestort: de bloempot zat hem tot over de ooren.
Juffrouw Eleonora vluchtte de kamer uit en tien
minuten later stond Blank thuis voor den spiegel het
overlijden van zijne beste uniform te betreuren. Een
oogenblik later zag hij de doos bloemen staan en
kwam tot de ontdekking van de vergissing, die had
plaats gehadterwijl hij bij het uittrekken zijner jas
met groote witte verfletters op den rug zag staan:
«QOOH eT"
Op den heenweg naar de vijandelijke stelling was
hij voor een rijtuig uitgeweken en had toen tegen
eene pas geschilderde muur gestaan.
Blank vroeg en verkreeg overplaatsing, maar of
hij sedert dien tijd gelukkiger is geweest, dat weet
ik niet. Het is echter bekend, dat hij sedert dien
ongelukkigen zomerdag een afschuw heeft van kleer
makers, van bloempotten en van pas geschilderde
muren.
B.