De Weg tot het Geluk leidt langs de
Steilten der Zelfkennis,
Eens was er een mandie liout hakte in de
bosschen. Zijn taak was het vellen van zware boomen.
Maar al vielen er ook nog zoo veel onder zijn
forsche slagen, die honderdmaal weerklonken in het
woud, tevreden was hij niet. Hij zocht naar Geluk,
maar voelde, dat er hem iets ontbrak en dat het
gemis daarvan hem belette te vindenwat hij zocht.
Op zekeren dag zou hij een zwaren, duizendjarigen
eik doen vallen. Hoog zwaaide hij zijn bijl, die
glinsterend de zonnestralen weerkaatste en met kracht
sloeg hij het staal in het hout, zoodat de spaanders
ver in het ronde vlogen. Doch slechts weinig vor
derde hijzijn arm werd moe te zwaaien den grooten
zwaren akszijn inspanning was vergeefs. Het
scheen hem nooit te zullen gelukken. Ontmoedigd
legde hij zijn bijl neer en zette zich op een boom
stronk. Met de ellebogen op de knieën en het hoofd