88 Toen was hij ineengezakt en juichend hadden hem de geesten naar den waterval gesleept en naar beneden geworpenwaar hij door den stroom was weggevoerd. Dan waren zij teruggestroomd naar de grot, maar machtig had het zwaardkruis den ingang beschermd en ze hadden opgehuild in machtelooze woede Langzaam was het licht geworden't stormen had opgehouden en de geesten waren verdwenen. Drie dagen lang had Illusie geschreid bij den water val, die hare tranen meevoerde naar de vlakte der Wereld, maar vruchteloos hadden zij hem geroepen, die daar beneden lag. Dan waren de Droomen geborenop een prachtigen zomerdag. Toen Illusie hun dit alles verteld hadbracht zij hen terug naar de grot. Het zwaardgevest wierp de zonnestralen tegen de doorzichtigerose geaderde wandendie ze weerkaatsten van wand tot wand tot achterin, waar ze gevangen bleven. Mooie, fijngekelkte bloemen bloeiden daar tegen de wanden; lichtgroene ranken omhingen de spleten; een zilveren beekje ruischt neer in een grijs amethisten bekken en dan weg, een grondspleet in. Donzig mos bekleedde den bodem en de onderste gedeelten der wandenwaarover de slingers der planten hingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1903 | | pagina 222