daarom stellen wij 's mans welwillendheid in het voorste gelid. Voor heet gebakerde menschendie zich aangewend hebbensnel en beslist te oordeelen en jammer genoeg nog veel sneller en beslister hunne meening te uiten kan de omgang met mannen als Kool, die hunne bedaardheid nimmer verliezenen wat zij te zeggen hebben ook al klinkt het minder aangenaamsteeds in welwillenden vorm weten in te kleeden in hooge mate kalmeerend werken. En nu overgaande tot de lotgevallen van den mili tair Kool veroorloven wij ons eene aanhaling uit een bekend Vaderlandsch gedicht. «Piet Hein, «Zijn naam is klein, «Groot zijn z'n daden te achten". Dit rijmpje kwam mij te binnen, omdat ook de naam Kool slechts A letters telt en ook zijne daden al overwon hij geen zilvervlooten zeker «groot zijn te achten". Toen hij als kadet in 1855 zijne intrede deed in het gebouw der Militaire Academie behoorde hij tot de kleinste van zijn studiejaar. Wie had toen vermoed, dat het kleine kereltje ontpopt zou worden als de primus van de geheele landmacht. Te Breda was en bleef hij al vast de primus van zijn studiejaar, verwierf zich vele vrienden, en deed na A jaren als kadet-sergeant met glans het officiers examen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1905 | | pagina 143