25
wordt overhandigd, met liet bevel de vervol
ging te staken, geschilderd door G. J. L.
Portman (1).
Bij eenige der bovengenoemde schilderijen willen wij
een oogenblik stilstaan en de wijze vermelden waarop
de Academie in het bezit daarvan is gekomen.
N°. 19. Het schilderstuk voorstellende de bestorming
van Djagaraga op 15 en 16 April 1849 door II a r-
douin zou na den dood van dien schilder met meerdere
andere worden verkocht toen de leden van den Raad
van Verdediging van Nederlandsch Oost-Indië overeen
kwamen het aan te koopen en aan te bieden aan de
galerij der Koninklijke Militaire Academie. Vijfhonderd
negen en vijftig officieren van het Nederlandsch Indische
Leger droegen daartoe in de kosten bij en, bij schrijven
van 14 Januari 1854, werd door den Kolonel-Voorzitter
van den Raad van Verdediging Jhr. R. G. B. de
Vaynes van Brakell van een en ander mede-
deeling gedaan aan den Gouverneur terwijl de schilderij
8 April 1855 de Academie bereikte en, bij order van
9 April, van deze schenking mededeeling werd gedaan
aan het personeel der Academie.
De schilderij is in 1901 verdoekt, gerestaureerd en
voorzien van een nieuwe lijst.
N°. 20. Toen de cadetten in Juli 1881 om de gunst
verzochten een portret van Zijne Koninklijke Hoogheid
Prins Frederik te mogen opnemen in den cadetten-
almanak voor 1882 werd die gunst met de grootste
welwillendheid verleend en deed Z. K. II. de toezegging
(1) Deze schilderij in 1894 uit de nalatenschap van de dames
Yan Delyveld ontvangen, is opgehangen in de modelzaal.