HANNIBAL, Door den wreeden schaterlach van het sterke huichel- leven klinken in eeuwengang de opstandkreten van de wanhopig eenzamen, die willen. 't Is de reuzetragiek van de hooge geestendie strijden om echtheid, die striemen met den geesel van hun hevigen haat. Hun oogen flikkeren door de grijze wasemen en hun gloeiende adem schroeit door de vochtige lauwheid van het klein menschenbestaan. Altijd zal hun bezieling versterven en het leven gaat voort, z'n eigen gang. Maar in de verre perspectieven van de geschiedenis der volken ziet men nog hun lichtende schimmen in de grauwheid van vervaagde tijden heenschrijden met stillen tred. Het waren laaiende hartstochten en trillende driften die deden vlammen de landen en sidderen de volken. Zoo is Hannibal gegaan door het Rijk van Rome. Z'n albezielende haat heeft Afrikaners gevoerd over Alpensneeuw en door moerassen en daarmee de fiere Romeinsche legioenen vermorzeld en gejaagd in de wateren van hun eigen land; aan 't meer van Trasi- mine en bij Cannae. Als 'n gier stortte hij neer uit de bergen op de lage vlakte aan de Ticino en de adelaars van Rome vluchtten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1905 | | pagina 208