XXXI
P. D. Buijzc(0. N. 5), (20), Kapitein van den Gene-
ralen Stafvoor de tactiek, strategie en krijgsge
schiedenis, het reglement van krijgstuchtde oorlogs-
gebruiken de militaire aardrijkskunde, het militair
strafrecht, het theoretisch en practisch onderricht
in den velddienst, zoomede het lijn- en topografisch
teekenen van de cadetten der infanterie en cavalerie.
(Geeft les in tactische en belegeringsoefeningen
op de kaart, en militaire aardrijkskunde).
A. M. van Wijk, (0. N. 5), (15), Ritmeester der Cava
lerie, voor het gedeelte der tactiek, reglementen,
exercitiënen bijzondere oefeningen voor dat wapen,
en de rij- en africhtingskunstpaardenkennis en
paardrijden.
(Geeft les in tactiekrij- en africhtingskunst en
paardrijden). i
D. G. van der Voort Maarschalk, (20), Kapitein der
Artillerie, voor de artillerie-wetenschap in haren
vollen omvang, de daarmede verbandhoudende theore
tische en practische oefeningen en het maken van de
daarop betrekking hebbende teekeningen, benevens het
topografisch teekenen voor de cadetten der artillerie.
(Geeft les in de artillerie, belegeringsoefeningen op
de kaart, en aanval en verdediging van vestingen).
F. R. van Roijen, (0. N. 5), (20), Kapitein der Genie
voor de geniewetenschappen in haren vollen omvang
daaronder de geodesie, zoomede het landmeten en
waterpassen begrepen de daarmede verband hou
dende theoretische en practische oefeningen en het
maken van de daarop betrekking hebbende teekenin
gen benevens het topografisch teekenen voor de
cadetten der genie.