CXLI aan een luitenant ten deel valten ongetwijfeld werd zelden een decoratie meer van harte gegund dan aan hem. We wisten allenhoezeer Kapitein Boogaard aan de Academie was gehecht en hoe noode hij in den afgeloopen zomer van hier scheidde. Wederkeerig kon hem bij zijn afscheid verzekerd worden, dat wij hem met leede oogen zagen heengaan. Maar wat niet heen gegaan is en wat ook lang nog blijven zal, dat is de herinnering, die Kapitein Boogaard aan de Academie heeft achtergelaten de herinnering van te zijn geweest een uitstekend officier en een edel mensch, voor zijn chef een trouw dienaar, voor de collega's een goed kameraad, welwillend voor zijn ondergeschikten, hulp vaardig voor het Cadettenkorpswaarin hij steeds het grootste belang stelde. Zijn naam zal in de annalen van de Koninklijke Militaire Academie met eere vermeld blijven. In den middag van 17 November, bij mistig, droevig weer, werd het stoffelijk overschot uitgedragen uit de vesting Naarden naar het kerkhof nabij het bekende «Jan Tabak". In den stoet volgde na de familie en de intiemere vrienden eene groote schare, waaronder de Regimentscommandant met zijn adjudant, de Commandant van het detachement Vesting-Artillerie te Naarden en vele officieren van het regiment en van het garnizoen, voorts een deputatie, vertegen woordigende de K. M. A. en ten slotte een lange rij van vrienden, kameraden en belangstellende onder officieren en minderen. De lijkkist was bedolven onder een schat van bloemenwaarbij een krans van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1906 | | pagina 147