TOESPRAAK gehouden door Hare
Majesteit de Koningin bij gelegen
heid van Hoogstderzelver bezoek
aan de Koninklijke Militaire Aca
demie op 3 Juli 1905.
Generaal!
Waar het den Prins en Mijtot Ons groot leed
wezen niet mogelijk is geweest de feesten ter her
denking van het vijf en zeventig jarig bestaan der
Koninklijke Militaire Academie bij te wonenverheugt
het Ons thans dubbel, de Inrichting in oogenschouw
te nemen, waaraan de opleiding van de Officieren van
het Nederlandsche en het Nederlandsch-Indische Leger
is toevertrouwd.
Met ingenomenheid en genoegen denk Ik nog steeds
terug, aan de proeven van kunde en lichamelijke
vaardigheid tijdens Mijn eerste bezoek afgelegden ook
heden heeft de houding zoowel van het Personeel dezer
Inrichting, als van het Corps CadettenMijne bijzondere
tevredenheid weggedragen. Het verheugt Mij bij her
nieuwing, Mij te kunnen overtuigen van de voor
treffelijke plichtsbetrachting en toewijding der Officieren
en Leeraren der Koninklijke Militaire Academie.