8
wereld klaagt! En stijgen, altijd hooger en hooger,
tot de toppunten van het Gevoel, tot de duizelende
hoogten der menschelijke sensatie!
De ziel van een stad is de lucht waarin zij ademt,
en het licht dat haar doorstroomt. En die lucht hier
is prikkelend, voortzweependdat licht is bedwelmend
heet; in die lucht en in dat licht huivert de liefde en
de haatde hartstochtde hoophet leed der duizenden
die hier leven. En dat alles feller dan bij ons in
het koudenevelige Noorden. De ellende is hier
schrijnender, de weelde schitterender, brutaler, ver
leidelijker. Alle hartstochten branden hier met ont
stellende hevigheid, hoog en rood0, de zachte innigheid,
de stille verteedering van onze steden in de schemering,
de weemoed, die ons tegenluwt uit den nacht langs
de droomende straten zacht zijgt het duister als
een zwarte sneeuw omlaag en al de geluiden dempen
we vinden ze hier niet. Hier geen uren van overpeinzing
en stil, verlangeloos gedroom. Het geweldigestrijdende
Leven druischt aan allen kanten de lucht is zwaar-
vibreerend van het groot geruchte!
II.
Hoog boven de stad, monumentaal in zijn granieten
grootheid en trots ligt daar het Palais de Justice.
Onverbiddelijk, hard is de opstand van die steen
blokken, overweldigend, dreigend haast stapelen de
zuilen en bogen zich op, hooger, altijd hooger, wijd-
overheerschend de dwergen-huisjes beneden. Als je
staat in Rue de la Régence sluit het plots vóór je
den ganschen horizon af, verder dan zijn zuilenkoepels