10
geest, die in Italië, in Florence en Rome de witte
marmeren paleizen der Medicis en Fiorenza's bouwde,
die in Parijs het Parthenon en het Louvre schiep,
heeft hier in het koude, ernstigere Noorderland de
graniet-zuilen van het Justitie-paleis doen verrijzen. En
daaromheen het Musée royale, de paleizen der konings
familie de parkende standbeelden en fonteinen
alle getuigende van vereering der schoone vormenvan
begeerte naar grootsche lijnen en contours, van eene
liefde tot harmonieuze schoonheiddie komt van daar
ginds, uit de gouden en witte zonnelanden aan de
Middellandsche zeeonder het koortsigeblanke licht
der smetloos-blauwe Zuider-luchten. Die liefde is ge
bleven in de ziel van het volkondanks al de stormen
die uit het Noorden over zijn hoofd zijn heengewaaid,
ondanks de diepe, onuitwischbare indrukken, die de
Germaansche kuituur heeft nagelaten.
De Zuider-volken bouwen hun paleizen als poëmen,
licht en blankin een koortsende inspiratiespontaan
onweerstaanbaar, als witte marmer-sproken, die in
één nacht omhoog zouden zijn gerezen. De conceptie
is grootsch maar vol gratie; de contours hevigscherp
van kleur en lijn, hartstochtelijk, maar nooit verward
of overladen; vol innige harmonie ontroerend dikwijls
door wonderen eenvouddiep-bewogen van ingehouden
passieals een vrouwengelaat daarginds. Alles is daar
puurder, heller, blanker, daar is het marmer, hier
is het grauw graniet. Want de natuur van het
Noorden met zijn toonloos-grijze wolkenluchtenzijn
nevels, zijn bleeke dag-gezichten, de beschaving der
Germanen eindelijk met haar philosophiehaar duistere
gedachten dieptehaar overlading, heeft dat ^lles ver-