17
teer en schuchter, want zij weet nog niet dat zij recht
heeft op haar deel van 't Geluk, zij begeert en
eischt nog nietmaar smeekt slechts in alle stiltedat
het komen moge, het onbekende, het groote, het
zalige! Dat de stille teederheid, waarvan heur hart
zoo vol, zóó boordevol is, moge gaan tot iemand,
of iets, zij weet wel, tot den prince charmant" barer
droomen. En zij hoort iederen nacht de wonder-be-
korende melodieën van de groote Cité diep beneden
haar, opstijgen tot waar zij woont hoog op Mont-
martre. Zij ziet 's avonds, als zij droomend staart
in den nacht, de licht-roes van de stad, die haar
doet duizelenhaar loktonweerstaanbaar. Als zij
terugkeert van haar atelier loopt zij langs al de weelde
die zich uitstalt in de winkelsop straatalles
wat een vrouw zoo streelt en aantrekt in den onont-
koombren drang om zich mooi te maken en bewonderd
begeerd te worden!
Maar Louise krijgt lief! Hare liefde ontbloeit plots,
overstelpend, midden in de bedwelmende licht-gloor
van de millioenen stad, omzongen door de dronkenste
melodieën van het zwoegende en feestende Parijs. En
zij wordt vrouw door die liefde. In haar rijzen al
hare droomen en teederheden omhoog en vliegen
hem tegemoet, hem, haar Geliefde, haar Prins, haar
Poëet! En alles is voor hem, alles, een offer dat ze
hem brengt op haar knieën: »Heer, zie hier Uw dienst
maagd!" Zij geeft zich zooals een vrouw zich maar
éénmaal geeft in haar leven, geheel, onvoorwaardelijk,
in een verlangen zonder bijgedachte, in de zalige zonne-
verrukking barer ziel. O, eerst na bangen strijd, eerst
2