29 knellente omvatten in een laatste omhelzing. Dan zakken zij neer en vouwen te zaam op de borst, be rustend. En op het klagende rythme der melodieën danst zij nu de ontroering, de wanhoop van dat afscheid; hare voeten voeren den doodendans der liefde. En zooals zij zich gaf, aan den Hartstocht, zoo geeft zij zich nu aan de smart. Er is geen gebaar in de lijning van hare heupenvan hare borstenvan hare lendenen en armendat niet spreekt van die overgave. Van rythme in rythme glijdt zij voort. En de witte lampe- zonnen het kleur-gewemel in haar kleed is als een ironie om hare smart. Altijd zachter klagen de melo dieën nu, stiller, tot zij sterven in een snik. In de ademlooze spanning van de zaal niets dan alleen 't verre gesuis der electrische lichten. Bewegingloos staat de danseres in den witten lichtvloedprachtig van tooneel- tragiek. Tot het applaus losbarst als een storm, om haar heen rukt, en zij, buigend weghuppelt achter de wuivende coulissen VI. Midden in een groote stad komt men eerst tot het diepe besef van de grootheid en de ellende van het leven. De grootheiddie is in het lijden en begeeren de verborgen ellende die is in het genot, de schijn- weelde en de droef-leege vermaken! Het leven heeft zich hier, met eene geweldige uitzetting van al zijne krachten tot een wondre intensiteit saamgetrokken. We ademen in een luchtdie vol is van de koortsen en begeerten der menschenkoortsen naar roemgroot-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1906 | | pagina 207