GEBED. Teer ruischen in zachte klanken van hemelsche melodiën, als de wind die speelt in 't woud van blaren. Heerlijke geluidenals van een kind, dankend den God met lieve gebaren Hooger dan hemelen steeg mijn gemoed op dien avond in 'tbosch, want in mijn hart, vroeger leeg, kwam verheven heerlijkheid als van feeën met rozen op stil mos. Tn overvloed van zachte geluiden van goddelijk zingen Nachtegalen, die beter begrijpen dan wij, 't hoogste der dingen. O, der vogelen taal van zachten gloed, van weemoed getuigend en klinkend zoo zoet. O Heer, die Uwe schepselen schiep, in heerlijken macht! O, konden der menschen geluiden Slechts zijn, als die muziek van dien vogel van den nacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1906 | | pagina 214