49
Alloes. En wie zal mevrouw bedienen als ik weg ben
Mevrouw. Er zijn nog genoeg Hollandsche dienst
meisjes.
Alloes. Maar die kunnen het niet, beslist niet
mevrouw. Wat weten ze van het Indisch eten? Hoe
zouden ze uw bed met de rolkussens kunnen
opmaken? En wie zou u zoo kunnen verzorgen als
Alloes, als mevrouw eens ziek werd; wTat God
7
verhoede
Want zeg, heeft mevrouw ooit een dokter noodig
gehad
Neen, als Alloes wegging, dan zouden er onnoodige
uitgaven komen en dat mag zij alleen al niet toestaan
heusch niet, mevrouw.
Mevrouw. Maar je bent ziek, je hebt heimwee,
Alloes. Je zult sterven.
Alloes. Dan zal Alloes gelukkig sterven, al zal zij
niet in Indie's warmen grond rusten maar in Hollands
ijskouden bodem. Ja, Alloes zal gelukkig sterven
want dan zal ze goedgemaakt hebbenwat zij misdeed.
Daar was geluk en rijkdom in uw huis, Alloes hart
was slecht en zij stal. God nam mijnheer tot zich en
er kwam groote tegenspoed.
Toen moest Alloes haar berouw toonen. Zij volgde
u in de armoede, haar hart werd goed, want zij gaf
nu, wat zij geven kon. Alloes' taak is nu bijna vol
bracht, want de kleine heer zal het geluk weer in het
huis brengen. Zij kan gerust sterven. Alleen, waar
zijn de melati's? Men zal geen melati's strooien over
het lijk van Alloes. Waar is de Indische zon Zij
zal niet schijnen over het graf van Alloes. Neen; Alloes
4