50 lieeft beide in het hart, den geur der melati's en het licht van Indië's zon. Mevrouw. Je bent ziek Alloes, laat ik je naar bed brengen. Beiden af.) 2de Tooneel. (Annie verschijnt, pas van eenige boodschappen terugkomende. Het boodschappenmandje zet ze op tafel, haar hoed speldt ze af. Zij schikt haar coiffure voor den spiegel recht, ziet met welgevallen naar de roos op haar borst, nadat ze haren mantel heeft af gelegd. Zij brengt de bloem naar den mond en drukt er een kus op. Vervolgens steekt ze haar weer op haar borst. Mevrouw komt terug.) Annie. Dag mama. Mevrouw. Zoo kind, dat is vlug terug. Annie. Ja, ik heb er nog al haast achter gezet. Wouter is er zeker nog niet? Mevrouw. Nee, 'tkan ook nog niet. 'tls pas vijf uur. Annie. Ja maar, ik geloof, dat hij de gewoonte heeft, eerst bij zijne kennissen aan te gaan, in plaats van regelrecht naar huis te komen. Mevrouw. Dan blijft hij er in alle geval heel eventjes. En dan, het ligt in zijn weg. Eenige stilte.) Annie. Heeft u niet opgemerkt, ma? Zoolang als hij nu cadet isheeft hij nog nooit het juiste uur van aankomst gemeld, als hij met verlof zou komen. Mevrouw. Dat is natuurlijk het verlangen om te verrassen, Annie. (Eenige stilte: Annie coquetteert

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1906 | | pagina 228