59 Annie. Maar nu kiest u ook een voorbeeld dat onaan tastbaar is in uw oogenma. Ter zijde.) En toch Wouter had door geen Alloes grootgebracht moeten worden. Mevrouw. In mijn oogen? Maar er valt toch door niemand iets op Wouter aan te merken? Annie. (Na zeer korte aarzeling.) Neen mama. Mevrouw. Al half zes. Hij komt toch anders nooit zoo laat? Is die roos van hem Annie? Annie. GlimlachendU heeft het dus toch gemerkt. Ik dacht, dat u de roos niet gezien hadt. Mevrouw. 0, ik merkte 't al dadelijk, maar.... Annie. Maar mama is nu te vol van Wouter, nietwaar du liebste Mutter? Mevrouw. (Kijkt haar dochter aan gedurende zeer korten tijd.) Maar Annie, ik houd immers ook heel veel van je? Annie. Kom mama, geef mij een zoen. Dat weet ik immers wel. Jadie roos is van hem. Hij gaf ze mijtoen ik hem daarstraks ontmoette. Ik beknorde hemom zijn grove verkwisting. Een roos in dezen tijd van het jaar! Maar toch, ik ben in stilte innig gelukkig met dit bewijs van zijn liefde. Hij komt straks nog even om een zeer ernstig onderhoud, vertelde hij. Ik ben benieuwd wat hij te zeggen zal hebben. (Er wordt gescheld.) Annie en Mevrouw tegelijk: Daar is hij misschien! Dat is Wouter! (Aarnout komt evenwel binnen met het bewuste schetsboek in de hand).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1906 | | pagina 237