Nacht-visioenen
v. K.
Zwoel zwelt een zuchtje uit 't zoele Zuiden,
Koel en heel stil daalt de donzige nacht.
Duidelijk klinken de nacht-geluiden
De sterren blauwen zoo zachtzoo zacht
En rusteloos ritselen ruischend de twijgen,
Zij fluisteren zachtkens een klagende klacht.
De hoornen, ze droomen en wuiven en nijgen,
En zuchten weemoedig: 't is nacht. 't is nacht
Dan stijgen uit twijgen en hagen en hoornen
Gestalten gehuld in mysterische pracht.
Dan rijzen de beelden in eind'looze stroomen,
En stapelen zich op met ontoombare kracht.
Dan doemen visioenen in rythmische zangen
Bij 't schuifelendruischend gebruisch Van den nacht,
En boven, heel ver van dat nachte verlangen
Blauwen de sterren zoo zachtzoo zacht.