11 zwakke krachten had ondermijnd, 't Was nu vergeten ,- alle doorwaakte nachten met heete tranen en bittere vertwijfeling, de wanhoop om den zoon, dien zij ver loren had gewaand in de sombere verleiding van de groote stad. Haar hart schoot vol van een zachte, innige teederheid voor hemhaar eenigstezij koesterde hem met al de warmte, die gaat van bloed tot bloed, die zich in de jaren der scheiding en der steeds grootere vervreemding had opgehoopt in haar wezen. Haar kind was terug, gered, haar lieveling! Zij omgaf hem met de zachtste verleiding harer liefde om hem zijn vroeger leven te doen vergetendat donkerewaarin hij verdwaald was. Want verdwaald was hij geweest, verleid vóór hij het besefte, dat stond onomstootelijk voor haar vast. Slecht was hij niet, maar zwak, gauw meegesleept! Juist zooals zijn vader, die ook nooit den vasten wil had gevondenom recht door 't leven te gaan. En hij was haar er liever door, om die zwakte; zij voelde. zich weer geheel de moeder, die hem moest steunen en leiden als toen hij nog kind was. In de uren, dat Henk weg was, en zij alleen in het stille vertrek te denken lag, herleefde zij dikwijls in zacht-weemoedig herinnerenalles wat. zoo lang voorbij was, zoo ver weg in 't verleden. Zij zag zich weer jong meisje, in de bedwelming van overspannen droomen, vol innige hoop en stil begeeren naar het groote, 't geluk,, dat ééns zou komen; jonge; vrouw itoen met reeds het vage vermoeden van het leed. en de bittere ontgoocheling, die haar deel; zouden worden. Later moeder van drie kinderen, twee jongens en een meisje, een groote troost te midden van de ellende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1906 | | pagina 255