80 en ik droomde er van iederen nacht, en bij dag leefde ik er vanHoe het verder zou zijnen wie hij was dat kon ik me niet voorstellen. Maar ik wist wel, dat ik hem onuitsprekelijk lief zou hebben; om te streelen over zijn hoofd, en altijd bij hem te zijn, en dan maar altijd geven, al mijn rijkdom, alles aan z'n voeten te leggen. Ik geloof, wij kunnen niet anders dan geven. Misschien was ik toen wel heel erg naief en dwaas! En toen hij dan kwam, je vader, toen gaf ik alles; niets hield ik achter! Hij was een lieve, mooie man en nam me, alsof het zoo z'n recht was. Ik dacht toen, dat ik 't geluk gevonden had en we trouwden! Je vader bleef eerst wel lief, maar toen kwamen de zorgende ellende en het berouw. De eerste illusie is dikwijls maar al te gauw voorbijIk merkte zelf ookdat ik niet genoeg van hein hield. Ik kon hem te weinig vergeven. En wat er toen verder uit ons huwelijk geworden is, dat hebt je zelf gezien. We leefden maar verdraagzaam naast elkaar vóórt; we hoopten nergens meer op. Je vader zocht afleiding in 't leven overal waar hij ze dacht te vinden. Dat kon hijwant hij was man. Maar ik bleef alleen met m'n ongeluk. 0, als ik toen jullie niet had gehad, m'n kinderen! Henk, je zult misschien veel later pas de ellende van zoo'n leven begrijpen, het vrecselijke van 't berouw, dat je ondermijnt, aan je leven knaagt, altijd maar doorMaar 't berouw't helpt alles niets. Je kunt niets meer uitwisschen van wat er gebeurd is, zoo'n dwaling is onherroepelijk, onthou dat m'n jongen. Ik zou je zoo graag voor veel leed sparen!" Zij zweeg vermoeid door 't lange praten. Hare hand streelde zacht over de zijne, hare oogen staarden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1906 | | pagina 258