89
alles leeg en stom. »Le bonheur est en vous"; wie
heeft dat ook weer gezegd? Ja, ja alles goed, maar
met je eigen rijkdom aan geluk is het dikwijls ook
beroerd gesteld. En als je wilde wachtentot het uit
je eigen gemoed naar buiten brak, dan zag je nooit
een sprankje van 't geluk misschien Zoekenaltijd
zoekenverlangen begeeren Godwaar was het
waar? Liet hij eens denken
Wanneer was ie eigenlijk heel erg gelukkig geweest
Zoó hevig en diep, dat alle verlangens uit je zijn
weggevaagd, en je neerligt als in lauwe golven met
je zaligheid tussclien je armen, op je borst, warm en
week. Dat er niets meer in je is dan een dronken
duizel of een verrukking, diep donkerblauw, gronde
loos. Als het licht van den hemel op helle zomer
middagen, als het openbreken van een bloem in de
zwellende lentelucht. Wanneer had ie ooit zoo iets
door zich heen voelen luwen Bij 't hooren van
mooie muziek bij 5t lezen van 'n boek Alles tweede-
handsche ontroeringen, heerlijk, maar afgemeten, be
perkt, niet doorstroomd van de wilde levenszucht, die
je opneemt en omhoogstuwt als een storm, en je werpt
midden in de woeste pracht van de wereldNee
neé, daar was 't niet te vinden, daar was alles ver
stard tot schoonkildood soms. En stoffigonbewogen
veel te mooi, geen bloed en zenuwen Voor hem
die begeerde niets dan het naakte levende ontroerin
gen van bloemen en lichtvan menschendingen
van de aarde bloedwarmgeweldig En in 't leven
had ie 't daarin gevonden In z'n liefde, in z'n
hartstocht bijvoorbeeld Was het door hem been
geschemerd, dien eersten avond met Annie, toen