92
bloeiing van jeugd en schoonheid! Hoe oud was ze
nu wel? Twee jaar jonger dan hij, dat was dus drie-
en-twintig? Hé, al zóó oud? Hj keek om en zag
haar slanke gestalte, zacht omvangen door 't weeke
winter-middaglicht. Veranderd ja, en toch nog dezelfde!
Hij herinnerde zich opeens weer dat onregelmatige,
nerveuse gezicht, het fijne blonde haar, de diep-blauwe
oogendat was wel alles hetzelfdeals vroegerlaat
eens zien, vier, vijf jaar geleden. Hoe kwam het
tochdat hem dat nu zoo koud scheenzoo onbe
duidend? Een zachte weemoed trilde in hem op, als
hij dacht, hoe vreemd hem dat alles geworden was,
hoe ver het van hem afstondonherroepelijk weguit
gerukt. Alleen nog de stille smart, de weemoed om
het bewustzijn, iets heel liefs en teers verloren te
hebben. Ja, ja, het leven had hem dan toch hevig
aangegrepen, dat ie zich zoo diep gescheiden voelde
van al die oude dingen. HÜ was toen toch erg ge
lukkig geweest Onzin een kalverliefdetjeniets meer
Ja, maar dat is toch ook mooi, al weet je dan nog
niet alles, al ben je nog niet diep en vol genoeg om
de dingen te omvatten. En hoe waar, hoe heerlijk
waar en puur ben je dan. Later is het zoo moeilijk
waar te zijn, dan komen er zooveel passies, die je
dwingen onweerstaanbaar langs de wilde lijn van
't leven. Dan is er zooveel, dat je allerinnigste ge
voelens verstikt, doodt. Zoovele begeerten die in je
branden en woelendie je opnemen als 'n storm en
je ergens neersmijtenden een op bergen in 't licht
den ander in afgronden in de ellende
Henk voelde zich op eens, diep-eenzaam te midden
V^n de onverschillige, koele menschen, tusschen de zilvren