100
Jamaar in zoo'n boek is 't zoo prachtig verwikkeld
zoo teer gezegd. En dat is in 't leven toch heel anders
veel ruwer! Nee, ik hou meer van 'n boek dan van
't leven
»0ch, als je 'tkende, zou je zoo niet praten! Maar
laten we ergens anders over spreken, Thilde; 't is
veel te mooi om hier, op zoo'n goddelijken dag over
boeken te philosopheeren. Kijk eens naar de lucht,
't Lijkt wel 'n zee van satijn. En zoo diep, je wordt
er duizelig van als je er lang naar kijkt!
«Blauw is een lievelingskleur van me. Zoo'n blauwe
lucht kan soms veel leelijke dingen uit je gedachten
wegwisschen. Ik heb dikwijls een erg verlangen naar
die groote, blauwe dingen, als de hemel en ook de
zee. Ja, naar de zee, als 't stormt vooral!"
Mathilde keek hem even aan niet begrijpende wat
hij bedoelde. Ze moesten uitwijken voor een rijtuig,
dat hen voorbijreed. Het geratel van de wielen op den
harden weg belette hen een poos te praten. Zij reden
een tijdje zwijgend naast elkaar.
Op eens vroeg Henk:
«Thilde, denk je dat 'n meisje als Annie de Booch
zoo zou doen in werkelijkheid als Robbers dat voor
stelt? Zoo tegen al de vooroordeelen van haar stand,
van haar familie in? Geloof je, dat 'n vrouw zich
zoo geheel kan offeren voor den man waar ze van
houdt?"
«Zeker geloof ik dat. Ik weet het zeker; iedere
vrouw kan dat; ik gevoel, dat iedere vrouw dat zou
kunnen."
«Ja, maar jullie trots dan? Als je er je trots, je
eer ook aan moest geven, wat zou je dan doen? 'tls