108 de boomenwegslepend de hittede stilteden donkeren nacht. Regenslagenbrekend de trotsche bladerdaken opfrisschend de moede lucht. Licht, eeuwig licht! En midden in een laaien vuurzee, een gestalte, hoog opgericht, beheerschend de vlagen, werpend den bliksem, brekend de boomen. Eén kracht, één macht. Eén strenge vertrapping van loomheid, van moede stilte. Hartstocht is er, moet er zijn, zal er zijn. Weg die zwakken, weg die wanhoopszieltjes, kracht, is 't leven, één stuk kracht. En weer treedt de stilte inen weer groeit 't woud op, maar frisch is 't groen, frisch zijn de bloemen, frisch is de lucht, liefelijk het windgeruischer is heilige ernst gekomen over 't bladgeritsel in 't woud. Hoort, gevoelt het, menschdom, dat is Wagner. Z.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1906 | | pagina 286