CLXII
Toen we na't verlof terugkwamen begonnen we met
feestvieren. Eerst 19 April. Na de parade had er op
't achterterrein een assaut plaats, waar we voor een
talrijk publiek 't beste lieten zien wat we op sport
gebied presteeren kunnen. Er werd prachtig gewerkt
en ik geloof dat de toeschouwers zeer tevreden zijn
geweest. Tot slot reikte de Gouverneur eigenhandig
de prijzen aan de overwinnaars uit.
Drie dagen later, Zondag 22 April, vierden we
't 121/, jarig bestaan van Velocitas. 1 April waren
de seriewedstrijden begonnen en nu werden ze voort
gezet, opgeluisterd door muziek, een gecostumeerden
wedstrijd en niet 't minst door 't schitterende voorjaars
weer. Voor allen die dit feest meemaaktenwas 't een
alleraardigste dag en voor Velocitas zelf een dag vol glorie.
En toen gingen we vossen en was't uit met't fuiven.
Maar na eenige weken eigenoefening en examen ver
dwenen de infanteristen en cavaleristen en weer eenige
weken later de rest, en ik geloof niet dat er iemand
was, wien het speet, weer voor minstens 4 maanden
Breda te verlaten, vooral niet 't oudste jaar, dat
eindelijk zijn doel en de sterren bereikt had.
In den loop van een jaar zijn er weken en weken,
waarin niets gebeurt om de groote eentonigheid te
verbreken en eenige afwisseling te brengen en waarin
velen hartgrondig verlangen naar 't einde, maar er zijn
gelukkig altijd eenige lichtpunten en 't is vooral de
herinnering hieraan, die levendig zal blijven, zoodat
ik geloof dat we later nog wel eens met genoegen aan
'tjaar 19051906 zullen terugdenken.
Breda.
Midas.