5 vluchtte, omdat hij de armoede niet kon aanzien, die daar heerschte. Maar wie kon dit ook vermoedendie hem in uniform zag? Zijn somberheid en stilzwijgendheid, waar hij ook was, waren dan ook voor een ieder onverklaarbaar. Voortdurend waren zijn gedachten thuis en dit maakte, dat velen, die hem op feestjes, uitvoeringen en par tijtjes ontmoettenden cadet Mathéo gesloten en een stillen vent vonden. Dit wist hijen zijn gedachten daarover kwelden hem vooral, wanneer het verlof weer ten einde en hij weer van huis was. Dan trok al het gebeurde van het verlof aan hem voorbij en de zelfkwellingen brachten hem ten laatste in een starre ongevoeligheid. Had het leven als cadet hem reeds in zulke ont zettende toestanden verplaatster was nog iets anders dat sedert het militaire leven nieuw aan hem werd geopenbaard. Als cadet kwam hij namelijk tot de ontdekking, dat de kring, waartoe zijn vader had behoordeen andere was dan de stand, waarmee zijn uniform hem nu dagelijks in aanraking bracht. Ja, zonder de militaire kleeding zoo stelde hij zich in zijn afgemartelde, ziekelijke verbeelding voor zou men hem zekerlijk als fortuinzoeker kunnen beschouwendie omgang zocht met lieden boven zijn stand, gebruik makende van hunne totale onbekendheid, wat betrof zijn relaties. Aan zijn uniformzoo philosopheerde hijkende men hem als cadetmaar hoe ware het geweestzoo men hiervan onkundig, en op de hoogte gesteld was van het feit, dat zijn familiebetrekkingen gezocht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1907 | | pagina 205