9
vleugels, over het donkere water glijdend, zich beurt
naar het lichthet machtig-verhevenezóó ook was de
ontwaking zijner ziel in de groote liefde voor het
Meisje.
Het wonder gebeurde in het dankbare, kuische
licht, waarin zij tot hem kwam om liefde te brengen
in dat levendat zich verachtteen geloof aan de
opstijging van zijn wezen tot het zijn, dat alleen in
zichzelf geboren kan worden door eigen kracht.
Hij, die zich verfoeide, hij kon dus nog bemind
worden? Zij verafschuwde hem niet? En hij ver
stomde onder de [reusachtige overstelping van het
geluk. Zijn trekken verstijfden in een ongeloovige
duizelverbijsteringmaar plotselinge, helsch blijde zelf
bespotting over het kunnen geloof slaan aan het on
mogelijke, was de onmiddellijke nawerking van wat
hij zich nu weer een gruwelijke misleiding dacht van
zijn afgemartelde zinnen.
Toch, de liefde was eenmaal in hem geboren.
En daarmede de hoop der weder-opstanding.
Na den vreeselijken terugslag, kwam het eerste,
instinctmatige geloof aan den wederkeer van het geluk
weer terug. Twijfel aan zijn in-verdorvenheid ont
kiemde in dat zich vervloekende leven en machtig
ontlook de zelfwil, de zelfbewustheid in zijn borst.
Zij mócht hem niet verfoeien. En deze groote vrees
was de redding. Deze heilige liefde voor het Meisje
louterde zijn wezen.
Fijner in zijn martelende kracht drong
nu de druk van het armoedig bestaan zijner familie
in zijn afgetobde ziel. Een verscheurend medelijden