43
heilige en toch voelde zij zich machtig tot hem aange
trokken.
Soms echter kwam de bruischende jeugd in haar op
met onweerstaanbaren drang en dan spritste een on
deugende aanvechting in haar op, zijn effen-stille natuur
te prikkelen. Bij intuïtie wist zijhoe zijn oogen de
kleinste harer bewegingen volgden en opzettelijk coquet-
teerde zij dan met een jongen man in het gezelschap.
Het was onschuldige, bevallige plagerij, maar hij deed
voorniets te zien alleenzij zag daarna een som
berder, nog pijnlijker uitdrukking op zijn gelaat en
zij had diep berouw over haar kleine kwelling en
trachtte het goed te maken door het volgende oogenblik
heel lief en bekoorlijk tegenover hem te zijn. Zij
voelde zoo innig, hoe zijn gemoed luisterde naar iederen
klank van haar stemnaar elke uitdrukking van haar
schoon gelaat.
Eens had hij haar een zonderlingen brief geschreven.
Eigenaardig had de inhoud haar zachte jonge meisjes
ziel beroerd. Iets onverklaarbaars zeide haar, dat in
dien brief een groote mededeeling werd gedaan. Ilaar
ziel voelde zich heel vertrouwelijk met die duistere
woordendie zooveel uiten wildenmaar weer verbor
gen onder hun weefsel datgenedat onuitgesprokene
hetwelk zijzonder het eigenlijk zelf te wetenzoo
graag door hem had hooren zeggen. Haar zielwaarin
de liefde voor hem kiemde, hoorde in zijn woorden
een zee van harmonieuze klankendie tokkelden aan
haar gemoed en haar deden verlangenin teedere
trilling, naar de wondere beloften van een groot,
mysterisch geluk.