16
was nu werkelijk niet gemakkelijknu hij daar aan
haar zijde liep.
«Maar juist omdat ik 'tmondeling niet zeggen wil,
heb ik 't schriftelijk gedaan."
«En waarom wil je 't me niet mondeling zeggen?"
Hij keek haar aan en ook zij zag hem in het gelaat,
maar onmiddellijk keken beiden met verwarring weer
voor zich. En de eerste oogenblikken werd er niets
gesproken meer.
Toen hij weer
»Is 't nu uit louter nieuwsgierigheid, dat je dat
weten wilt, of stel je er heusch belang in, Lily?"
»Heusch, ik heb graag dat je mij dien brief nader
uitlegt, Wouter."
Wilde zij hem niet begrijpen?
«Maar nader uitleggen, wat in Godsnaam heb je er
niet in begrepen Heb ik dan nóg niet duidelijk genoeg
geschreven
«Nee, dat heb je niet!" Zij verbitterde zich over
zijn halsstarrigheid om te verzwijgen.
«Ik geloof, dat je niet wel bij 't hoofd was, toen
je dien brief schreef!" Het was er uit, nog vóór zij
haar scherp mondje in bedwang kon houden. Koud
was zijn beaming:
«Denk terecht, dat ik toen gek was!"
Zwijgend gingen zij naast elkander voort.
Weldra was het huis harer tante bereikt.
«Ik geloof, dat we er zijn," waren haar eerste
woorden weer.
«Ja, we zijn er", terwijl hij meteen belde. «Nu,
Lily, tot morgen dus."
«Tot morgen."