17
In verbittering scheidden zij zich, hij geprikkeld,
doordat zij niets van zijn brief had willen begrijpen
zij, hoogst wrevelig over zijn hardnekkige gesloten
heid.
Het was nog zoo onzeker voor hem, en de bange
vreesgeen wederliefde te vindendeed hem zwijgen.
Hoe dikwijls had hij hij zichzelven besloten, haar voor
de groote beslissing te stellen. Niet aan den tijd
moest dit worden overgelatenneenzoo spoedig
mogelijk zou hij de toekomst uit haar handen ontvangen.
Doch stond hij voor de uitvoering, dan deinsde heel
zijn wezen terug voor de omneedoogende verstoring
van haar lief-onschuldig gemoed.
Mocht hij Lily daartoe dwingen, en in één oogen-
blik vragen om te uiten, waar een heel leven van
zou afhangen En zij wist nog niets van hem
En zoo peinsde hij weer al maar voort
Plotseling verschenen vóór hembij 't omslaan van
den straathoektwee kleine meisjestwee zusjesde
een donker, de ander lichtbruin van lokken. Beiden
in een aardig staand kleed. Allerbekoorlijkst bloeiden
haar gezichtjes, waarlangs de krullen schrijlings over
de schouders vielen. Hand aan hand liepen zij vroolijk
naast elkaar voort, een vroolijkheiddie slechts
ingetogen was in dien bekoorlijken glimlach, omdat
zijnaar zeggen van mamazich heel netjes moesten
gedragen op straat. En haar broer, Wouter, konden
zij tegenkomen
«Zoo, waar moeten jullie heen?" En met deze
woorden stond werkelijk ook haar broer-cadet vlak
voor de kleine zusjes.
2