19 middellijk Wouters wenk hadden begrepen en zich vlug wilden verwijderen. »Weet je, dat je een paar alleraardigste meisjes bent Zeg mij eens gauw jullie namen Pietje en zij Toosje, juffrouw", antwoordde de oudste met bang-vragenden blik op haar broer, den cadet. Hij mocht het eens niet goedvinden. »Nu, Pietje en jij Toosje, geef mij eens elk een kusje. Zóó; weet je, dat ik jullie al heel dikwijls gezien en even dikwijls verlangd heb om kennis met jullie te maken?" »Ja, juffrouw." »Maar wat kijken jullie toch zoo naar Wouter!" Een plotselinge ontzettende vrees maakte zich van hem meester. Vooruit, naar de les jullie", stootte het schor uit zijn keel. Lilyga mee!" De twee kleine meisjes gingen verder, zonder ook eenmaal om te kijken, bang, dat Wouter er boos om zou worden. »Zeg, maar zijn dat nu werkelijk je zusjes?" ver brak Lily de sombere' stilte. «Zou 'k 't zeggen, als 't niet zoo was?" «Maar wat keken ze je dan zoo bang en verschrikt aan. 't Was net, of je een wildvreemde voor ze was." «Ach, ze laten zich door 't uniform beteuteren." En zij liepen weer zwijgend naast elkander verder. Hij wist, wat grove onwaarheid hij geuit had. Het uniform was niet de oorzaak van die schuwe bangheid, waarmee zijn kleine zusjes hem aanstaarden. Het was 't schuldige familielevendat kankerde aan de verhouding tusschen broer en zuster, moeder en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1907 | | pagina 219