23
haar zal toevertrouwen. Dit lees ik in haar oogen
en ondanks dat stille verlangen, die groote moederlijke
bezorgdheid om mij, heb ik nooit een liefkozend
woord tot Mama gezegd.
En zijin haar groote liefdeze is bang om me
hinderlijk te zijn door vragen die Mama toch weet dat
ik zeker ruw en knorrig zal ontwijken. En zelf ben
ik bang, zoo bang om er over te beginnen. Dikwijls
zit ik onder het gewicht van al die slechtheid op m'n
kamertje, alleen, stom en suf peinzend over al die
onhoudbare toestanden waarvan ik alleen de schuld ben.
Ik kan 't er nooit lang uithouden, omdat alles om
mij heen van Mama's liefde, van Mama's opoffering
en stille lijden spreekt. Met hóéveel teedere liefde
heeft Mama 't daar niet mooi gemaakt, daar op m'n
kamertje, voor mij alleen, haar oudste, haar lieveling,
van wie ze alles in de toekomst verwacht.
En als ik er dan alleen zoo zit, o, hoe dikwijls
hoor ik dan niet heel zachtjes de deur opengaan en
dan- komt Mama heel zachtjes binnen, dan stoft zij
hier en daar wat af of zet iets recht. En ik voel,
ik weet dandat alleen de liefde Mama tot mij brengt.
Ze is dan met mij alleen daar op dat kamertje en
misschien zal ik dan zeggenwat mij zoo terneer,
slaat. Maar 't is danalsof ik geketend lig onder
den vloek van het noodlot. Ik blijf net doen, alsof
Mama er niet is, ik zeg geen woord en Mama, bang
om te storen, gaat dan weer weg, even stil, even
zachtalleen een zucht 0 GodLilyik kan
't niet verder vertellen
Het was of zijn ziel geketend lag onder den vloek
van een zwaar Noodlot!