37
«Toe nu, Pietje, doe 'tniet, 'k heb pas twee dagen
gehad," en de traantjes kwamen haar in de lieve
oogen.
«Huilebalk!" ging de oudste onmeedoogend voort,
«kijk, de menschendie kijken naar je; doe weg
die zakdoek!"
Maar toch voelde zij zich ook niet geheel vrij van
schuld door die sabelkwestie. En zij had nu genoeg
meerderheid over Toosje om toegevend te zijn tot eigen
voordeel, zonder haar gezag te verliezen.
«Schei maar uit met huilen, 'k Zal 'tniet vertellen
maar dan zeg jij ook niets van dien sabel, hoor je?"
«Nee, natuurlijk niet, Pietje," sprak de jongste
zoo vleiend mogelijk. De vrede was nu weer geteekend
voor zoolang hij weer duren zou.
«Maar ik geloof, Piet, dat Wouter ons geen arrest
meer zal geven," begon Toosje nadenkend. «Hij is
gisteren in eens heel lief voor ons geworden.
OheuschPiethij is verliefdKijk
dat is Wel toevallig, daar komt die juffrouw van
gisteren op ons toe, Piet", onderbrak zij zich zelve,
toen zij Lily gewaar werd, die op de kleine meisjes
aan kwam. «Ze ziet er toch lief uit, Piet!"
Op dit oogenblik was Lily de meisjes dicht genaderd
en hartelijk klonk haar lieve begroeting:
«Zoo Toosje, dag Pietje, dat noem ik nu eens toe
vallig. Gaan jullie naar de les, ja? Dan breng ik
je er naar toe. Je vindt het toch goedwel
i. Zeker, juffrouw!" antwoordde Toosje, niet meer
aan den ommekeer in Wouter denkend.
«Juffrouw Noem mij maar gerust Lily. Brengt
Wouter jullie nooit eens weg