39
Eihoe weet je dat zoo goed?" vroeg Lily in ver
warring met bekoorlijken liefdeblos.
Omdat hij met je uitgaat en je heel mooi bent",
was het openhartige antwoord van Toosje.
Een kus van Lily was de belooning voor het on
schuldige kind.
»We zijn er Lily."
«God, nu al? We hebben eigenlijk nog veel te
weinig gepraat, vin-je ook niet, Toos? Weet je wat,
ik zal jullie komen afhalen. Hoe lang duurt de les?"
«Een uurtje."
«Goed, dan zal ik hier weer zijn over een uurtje.
Dag Toosje, dag Piet!"
Schoon en bevallig als zij was, nam Lily snel een
ieder voor zich in. De zusjes van Wouter zagen in
haar weldra een reeds lang bekende. En zij sprak
zoo lieftallig met de kleinen, alsof het de voortzetting
ware van een ongedwongen discours van reeds vele
dagen van omgang.
En Lily zelf had zich ook onmiddellijk tot de be
koorlijke meisjes aangetrokken gevoeld. Het was de
liefde voor Wouter, die een groote zusterlijke ge
negenheid in haar goed hart bracht voor Toosje en
voor Pietje.
De beide meisjes waren in het vooruitzichtdat Lily
haar zou komen af halen en thuisbrengennog on
handelbaarder dan gewoonlijk in de les. Het doosje
bonbons droeg er het zijne toe bij. Nooit had de tijd
zoo lang voor haar geschenenmaar eindelijk toch
waren zij met Lily op weg naar huis.
«Zeg me eens, Pietje, met je hoevelen ben je thuis?"
«Met ons zessen, Lily," antwoordde Pietje.