42 Dat zijn zusjes er iets van gemerkt hadden, dat was haar gebleken uit den uitroep van Toosjehij is in eens lief voor ons geworden. En dat vervulde haar met een innige vreugde. Wouters huis was bereikt nog vóór zij 't wisten. Mevrouw Mathéo had reeds in afwachting van Toosje en Pietje meer dan eens in het spionnetje gekeken. Eindelijk zag zij de beide kinderen de straat opko men. Met verwondering tuurde zij naar die in het midden liep. Een voorgevoel schokte plotseling in haar op. Dat moest Lily zijn, het meisje, dat Wouter liefhad! O, het gelukkige, dankbare hart moest zij in zijn hevige kloppingen bedwingen Het moest Lily wezen. De bel sloeg over en haastig ging zij zelve opendoen nog voordat Kareltje er aan dacht, naar de trap te loopen. Wij zijn het, Ma!", riepen Toosje en Pietje van beneden. »Was dat Lily, die met jullie liep?" vroeg Me vrouw Mathéo." »Ja Ma". «Roep haar dan even terug, Toosje. Zeg dat Mama alleen thuis is en haar heel graag iets zeggen wil", klonk het haastig. En de beide meisjes snelden weg. Vol ontroering bleef Mevrouw Mathéo wachten totdat eindelijk Lily aan de huisdeur kwamgoed vastgehouden door Toosje en Pietje. «0, je moét komen, Lily", gaf Toosje als iets on herroepelijks te verstaan en trok haar het huis binnen. «0 juffrouw Winfried", sprak Wouters moeder, «heeft U even tijd om boven te komen? Ik zou U zoo

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1907 | | pagina 242